Dromen
Het was Simon Sinek die ooit zei, dat als de beroemde speech van Martin Luther King “I have a plan” had geheten, dat het dan niet zwart van de mensen had gezien bij het Lincoln Memorial in Washington D.C. op 28 augustus 1963. Maar de speech heette “I have a dream” en het staat in de top 2000 van beroemde speeches al jarenlang op nummer één.
Onze politici dromen kennelijk niet. Of dat nu de landelijke kopstukken zijn, Europese leiders of lokale wethouders en gemeenteraadsleden. Ze piepen allemaal hooguit: “Ik heb een plan”. Soms is het zelfs slechts een plannetje. Vergezichten – “I have a dream that one day on the red hills of Georgia….” – hoor je niet van ze. De toekomst ziet er voor velen net zo uit als vandaag. Alleen datum en tijd zijn veranderd.
Ze zoeken voor hun plannen ook altijd de steun van mensen die op hen lijken. Ze zijn voortdurend op jacht naar hun evenbeeld. Dat is even ijdel als dom. Wie op zoek is naar zichzelf of naar hetzelfde krijgt uiteindelijk precies dat wat hij of zij altijd al had. Daarmee verandert er niets.
Ik moest er aan denken toen ik deze week in het NRC las dat de wensen van lokale bestuurders voor een lightrail te ambitieus zijn en tot een buitenproportioneel bedrag leiden. Van niets naar iets kost inderdaad altijd behoorlijk wat geld. Zeker als het een compleet nieuwe infrastructuur betreft. Of de omschakeling van fossiele energie naar duurzame varianten. Strookjes asfalt leggen we graag aan om de doorstroming van al onze auto’s een beetje in goede banen te leiden. Een compleet nieuw idee uitvoeren ligt gevoelig.
Als we dan kijken naar Elon Musk, de grote man achter Tesla, dan pakt hij het anders aan. Net zoals Steve Jobs de grote man achter Apple dat graag deed. Musk schreef wereldwijd een prijsvraag uit om de ‘hyperloop’ te ontwikkelen. Wat zo leuk is dat studenten uit Delft die prijsvraag wonnen. Met passie en enthousiasme een droom najagen: het werkt!
We weten natuurlijk al jaren dat de grootste uitdagingen buiten onze ‘comfortzone’ liggen. Dat degene die de grenzen opzoekt, het verste komt. “Wil je snel gaan, ga alleen. Wil je ver komen, ga samen” luidt een Keniaans gezegde. Verstandige mensen verzamelen creativiteit om zich heen. En de passie om samen iets te ondernemen.
“Oh my life
Is changing everyday
In every possible way
And Oh my dreams
It’s never quite as it seems
Never quite as it seems”
Dit zong de afgelopen week overleden zangeres Dolores O’Riordan van ‘the Cranberries’ in het nummer ‘Dreams’. Een liefdesliedje, maar die liefde kan ook de toekomst betreffen toch? Je kan je verzetten tegen veranderingen, je kunt veranderingen ook omarmen, vormgeven en erin voorop willen lopen.
U begrijpt, mijn ambitie en mijn verwachtingen zijn torenhoog. Ik ben dan ook een dromer. Met die gedachte las ik de partijprogramma’s van de lokale partijen die zich warmlopen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Waar willen onze lokale politici staan over twintig of dertig jaar? Belangrijker nog: hoe gaan ze de weg daar naartoe afleggen? Maar alles wat ik las, was voorzichtig en dichtbij. Niet hemelbestormend. Geen vergezichten. Plannen, maar geen dromen.
“Wie met zijn hoofd in de wolken loopt en met zijn voeten op de grond, is een waarlijk groot mens”, luidt een Chinees spreekwoord (Er zijn ook bronnen die het een Indiaans gezegde noemen). Toch zijn dat de mensen die we echt nodig hebben in de politiek. Nationaal en lokaal. Want een woonvisie met 10.000 nieuwe woningen, heel belangrijk voor Dordrecht, vraagt om verbeeldingskracht en volharding. Het bestrijden van de armoede in onze stad vraagt meer dan de platitude “harder werken’, die de nummer drie van de lijst van de VVD afgelopen week op Twitter slingerde. Het mobiliteitsvraagstuk in onze eigen binnenstad en als we die stad uit willen, vraagt om heel andere vervoersopties dan degene die er nu al zijn.
Over twee maanden zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Wat ik alle kandidaten gun, is dat ze durven dromen, dat ze de grens over durven stappen en dat zij buiten hun comfortzone de samenwerking zoeken om vooruit te komen. Want het vraagt lef om burgers die het vertrouwen in de politiek vaak kwijt zijn bij de hand te nemen en de toekomst in te leiden. Het is veel gemakkelijker dat geringe vertrouwen te bevestigen en hen naar de mond te praten.
“De verbeelding aan de macht”. De kreet komt uit de periode van het kabinet Den Uyl (1973-1977). Een periode waarin ook sprake was van grote polarisatie. Maar ook een tijd, waarin idealisme en maatschappelijke betrokkenheid groot waren. In de politiek en in de samenleving. Is dat nu weemoed of een wensbeeld?