Wansmaak aan het Wantij?
Laat ik nu eens een lans breken voor moedig ondernemerschap in een ingedut stadje. Waar ambtenaren en ‘welstandscommissieleden’ teveel invloed lijken te hebben en veel gemeenteraadsleden op marionetten lijken waarbij niet altijd even duidelijk is wie er aan de touwtjes trekt. Waar vanuit de bevolking niet altijd ‘trots’ doorklinkt als er over Dordt gepraat wordt.
Was er een korte tijd terug nog het onfortuinlijke nieuws van een brandje op de in aanbouw zijnde drijvende hotelkamers van Villa Augustus; het nieuws nu is dat de eigenaren van deze toonaangevende horeca-onderneming in botsing zijn gekomen met de welstandscommissie. Terecht toonde kees Thies zich deze week in één van zijn column uiterst kritisch over de welstandscommissie. Hij noemde hen wereldvreemd. De bouw van die drijvende hotelkamers schijnt stilgelegd te zijn. AD de Dordtenaar schreef erover in een artikel van 5 december jl. Tien jaar deed zich ook al zo’n clash voor. Ditmaal is de kritiek vanuit welstand dat Villa Augustus teveel aan het oorspronkelijke schip, waarop zij die kamers willen realiseren, wil veranderen.
Het lijkt soms in Dordrecht verduveld lastig een creatief concept tot wasdom te brengen. Huize Roodenburgh ondervond veel weerstand toen het de prachtige binnentuin wilde ontsluiten voor het publiek. Het Teerlink-pand staat te verkrotten, omdat de monumentenstatus zo krampachtig wordt gehanteerd dat er geen plan of bestemming voor te ontwikkelen lijkt en overal waar we ‘postzegeltjes braakliggend terrein’ willen herbestemmen, ontstaat gedoe. Soms terecht, omdat de bouwplannen blokkendozen zijn die eerder afbreuk doen aan het karakter van de stad, dan dat het er iets aan toevoegt. Vaak ook onterecht en louter het gevolg van een ‘Not in my backyard-reflex’.
Bij al de fraaie ontwikkelingen rondom Stadswerven hoort gewoon een plan als dat voor de “Leerwerf De Biesbosch”, een burgerinitiatief van Elio Barone en het ondernemerschap van Villa Augustus. Er hoort ook een Prins Clausbrug bij, waarvan ik ooit hoopte dat het ontwerp geïnspireerd zou zijn op een afgeworpen stropdas. Die brug laat even op zich wachten; er is wat mis gegaan met de aanbesteding en gunning van het werk en de gemeente werd daarvoor op de vingers getikt. Burgerinitiatieven worden in onze stad weliswaar aangemoedigd, maar krijgen uiteindelijk zelden daadwerkelijk een warm welkom.
De welstandscommissie, die soms schaamteloos grote blokkendozen naast fraaie historische pandjes enthousiast en met rode koontjes de hemel in prijst, ligt dwars als het over de drijvende hotelkamers van Villa Augustus gaat. Terwijl het in mijn ogen een gouden greep is, die wat toevoegt aan het aanbod in de stad en die toeristen de onvergetelijke ervaring biedt van een mooi verblijf aan het Wantij met een grote verbondenheid met het water dat zo sfeerbepalend is voor onze mooie stad.
Het lijkt erop dat ons gemeentebestuur planologische blunder op blunder stapelt. Het “grafheuvelplein” – dat is tenminste de associatie die ik bij die zwarte hoopjes asfalt op het Energieplein heb – wordt maar niet een aantrekkelijke “place to be” met fastfood en andere voorzieningen voor jongeren die de plompverloren daar gesitueerde bioscoop versterken. Ik ben geen voorstander van die bioscoop; ik vond dat Dordrecht met ‘The Movies’ al een prima voorziening had, maar als je het mogelijk maakt, doe het dan goed. Ik denk dat Kinepolis qua concurrentie de strijd verliest van ‘Pathé De Kuip’, maar onderwijl ‘The Movies’ het leven lastig maakt.
Het Energiehuis – het pand is werkelijk, evenals Kunstmin, zeer fraai gerenoveerd – staat te ver uit het centrum en mist daardoor verbinding met het uitgaan in de stad. De Berckepoort staat leeg en de uitdaging dat te ontwikkelen wordt niet opgepakt. Een prachtige broedplaats als DOOR valt ten prooi aan project-ontwikkeling en dreigt te verdwijnen. Met de verbinding van de verschillende kwaliteiten in de stad wil het nog niet zo lukken.
Het goede nieuws is dat wethouder Sleeking de parkeernorm minder zwaar wil laten wegen bij de ontwikkelingen in de ‘Negentiende-eeuwse schil’ en dat onze nieuwe burgemeester Wouter Kolff een steekhoudend pleidooi hield om de spoorzone hip en fris te ontwikkelen en er zo’n 3000 woningen te situeren.
Zelf heb ik al vaker betoogd dat de as van de stad al lang niet meer over de Voorstraat loopt, maar van grote Markt naar het station. Versterking van de stad en verbinding tussen het modernere winkelgebied met de karakteristieke historische binnenstad vraagt dan ook om verstandige oplossingen en kwalitatieve versterking rondom de Grote Markt, de Visbrug en Visstraat, Bagijnhof en de Stationsweg. Vanaf het station in de richting van het centrum is met restaurant Copenhagen (gaan die het volhouden?) en restaurant Post een mooie impuls gegeven. Een opbloeiende spoorzone werkt, net zoals een fraai ontwikkelde wijk als Stadswerven ook positief en vergroot de aantrekkelijkheid van de stad.
De rotonde bij de Sluisboulevard ontbeert een markant ‘landmark’. Het Teerlink-pand heeft alles in zich ook gezichtsbepalend te zijn voor iedereen die vanuit Rotterdam over het spoor Dordrecht inrijdt. Zo zijn er genoeg plekken in de stad die met wat lef en bravour, al is dat de Dordtenaar vreemd, echt kunnen bijdragen aan het succes van de stad en kunnen appelleren aan het gevoel dat toeristen het hier zo leuk vinden dat ze maar wat graag terugkomen.