Vakantiepost
De ouders van de ober op het terras van het kleine hotelletje hadden vroeger vast een ‘slecht nieuws-gesprek’ gehad op de school van hun zoon. Acteur van boeven en schurken in een B-film of ober was het hoogst haalbare. Hier liep hij. In de bediening. Al maakte hij er nog een hele act van.
Mijn echtgenote en ik zijn in Kutna Hora, een prachtig stadje in Tsjechië, iets ten oosten van Praag.
Het staat op de Unesco Wereld Erfgoedlijst en is gebouwd op een oude, niet meer geëxploiteerde zilvermijn. Hoewel, geen exploitatie? Ze sturen er nu groepen toeristen de mijn in met een gids. Een lucratiever gebruik van de oude mijnschachten is nauwelijks denkbaar. Het stadje zelf is op tal van plekken fraai gerestaureerd en is steeds meer in trek bij toeristen.
Dat geldt natuurlijk ook voor Dordrecht. Misschien niet zo grootschalig gerestaureerd en opgeknapt als dat is gebeurd in dit plaatsje, maar onze historische binnenstad is fraai en ik hoor er regelmatig lovende woorden over van dagjesmensen en toeristen. Ik las deze week een artikel, waarin Danny den Braber van Dordrecht Marketing uitlegt waarom er steeds meer mensen Dordrecht bezoeken. Vooral het voor- en naseizoen zijn in trek bij Belgen en Duitsers. Daar is door Dordrecht Marketing dan ook fors in geïnvesteerd. Dat is verstandig. Toch blijft het zaak om imago en identiteit congruent te houden. Reclame voor de stad is prachtig; de stad zal vervolgens ook waar moeten maken wat marketing de buitenlandse bezoeker belooft.
Een waarschuwend vingertje is er ten aanzien van negatieve berichtgeving, al zijn – volgens Den Braber – de negatieve effecten van de verhalen over bijvoorbeeld GenX nog niet merkbaar.
We leven in een dichtbevolkt gedeelte van ons land en hemelsbreed is de afstand tussen chemiereus en fraaie binnenstad inderdaad klein. Toch denk ik dat toeristen zich inderdaad niet druk maken over zoiets als GenX of PFOA. Ze lezen over de Grote kerk, het Dordts museum en al het moois dat Hollands oudste stad hen te bieden heeft. Het is en blijft zaak dat te koesteren. De verpaupering die zichtbaar is vanaf het water als je door de havens vaart, de lege plekken of de verwaarloosde panden in de Voorstraat vormen een groter risico voor stagnatie in de groei dan de handel en wandel van Chemours. Al is die handel en wandel, wellicht vanuit perspectief van de volksgezondheid binnen de grenzen van het toelaatbare, voor het milieu is het gewoon niet in de haak.
Het blijft zaak dat ondernemers, winkeliers, overheid en geldschieters samen blijven optrekken en goede dingen tot stand brengen in de stad. Het blijft belangrijk dat Dordrecht zeven dagen per week van vroeg tot laat gastvrijheid ademt en mensen een warm welkom biedt. Dat betekent dat de gemeente en Dordrecht Marketing naast reclame naar buiten en vooral een boodschap naar binnen moeten uitzenden en dat zij ondernemers in de binnenstad – detailhandel, retailers, horecamensen en culturele ondernemers – moeten blijven verleiden hun beste beentje voor te zetten.
Kees Thies schreef onlangs dat Dordtenaren best ietsje trotser op hun stad en haar historie mogen zijn. Dat was, geloof ik, in een column over die fraaie herdenking van de moord op de gebroeders De Witt. Mijn compliment voor Ben Corino die dat 99 jaar na de plaatsing van het beeld van de gebroeders op touw zette. Een fraaie stad, fier op haar historie en met voldoende activiteiten om gedurende het toeristenseizoen attractief te zijn. Dat is uiteindelijk goed voor de stad.
Daar waar ik nu ben, begrijpen ze dat. Laat ik daar dan maar even van gaan genieten. Ik wens alle city-swimmers succes zaterdag. Net las de protestmars-lopers die zich keren tegen Chemours en de GenX lozingen. Zit elkaar vooral niet in de weg. En besef dat we met elkaar in een prachtig stadje leven waar heel veel gewoon ongelooflijk goed op orde is. ‘Dobry den’.