Design dildo
Barcelona heeft er één. Zo’n fraaie wolkenkrabber met een ronde top. Als een enorme fallus of design dildo staat hij in het stadslandschap. Ik ben bang dat we zo’n in het oog springend pand in Dordrecht onmiddellijk tot “tampon” zouden omdopen.
In het oog springende architectuur ectuur is belangrijk voor een stad. De eerste jaren na de opening van het Groninger museum was het een enorme trekpleister. Zwolle bereikte hetzelfde met die hypermoderne uitbouw op museum De Fundatie.
In Dordrecht gaat de meest recente architectuur-discussie over de bouwhoogte van een appartementenblok aan de Spuiboulevard. Mag dat maar 20 meter hoog worden of rekken dat op tot 27,5 meter. We gaan er in ieder geval een saaie blokkendoos neer plempen. Zoveel lijkt helder. Stedebouwkundig begrijp ik de stad niet. Waar willen we over tien jaar staan? Ik hoop van harte dat de nieuwe burgemeester, Wouter Kolff, er hardop over fantaseert rank de hoogte in te gaan. Ik hoop van harte dat hij college, gemeenteraad en ambtenarij uitdaagt een visie “Dordrecht 2030” te ontwikkelen en dat er vervolgens de komende dertien jaar wordt gewerkt om die visie te realiseren. Hardop dromen over de stad en die dromen vervolgens najagen en waarmaken.
Dat betekent voor mij dat de entree van station naar centrum uitdagende gebouwen nodig heeft. Green buildings het liefst. Markant en in het oog springend. De zône rond de Spuiboulevard leent zich er sowieso voor om er wat “out of the box” te denken en er voor verrassende bebouwing te kiezen. Als een aantrekkelijke derde stadssfeer, naast het historische centrum en het winkelgebied (Statenplein, Sarisgang, Bagijnhof) dat zich in niets onderscheidt van Zoetermeer of Nieuwegein.
Buiten het serieus werk maken van een Spuiboulevard die “State of the Art” is, zou ik vooral investeren in dat historische centrum. Daar onderscheidt Dordrecht zich immers van andere middelgrote gemeenten. Er liggen kansen en mogelijkheden zat. Het gebied rond de Kalkhaven vraagt erom ontwikkeld te worden. Niet als industrieel havengebied, maar – met behoud van sfeerbepalende pakhuizen en industriële panden als een “Dordtse PC Hooft”. Als een stadje als Roermond met 58.000 inwoners een “designer outlet” kan ontwikkelen, moet het Dordrecht als kerngemeente van de Drechtsteden toch lukken in dit gebied horeca en fraaie kledingzaken te verleiden een publiekstrekker te worden. Om een sfeer neer te zetten die wel als een magneet werkt.
Ik heb de indruk dat in het stadskantoor de focus erg ligt op die troosteloze Sarisgang en dat lege plein, waar het alleen op vrijdag en zaterdag tijdens de markt echt leeft. We zagen het tijdens de boekenmarkt, die haar oorsprong kent in de “Voorstraat Noord”. De Voorstraat Noord heeft nauwelijks nog kraampjes. Het accent ligt meer en meer op boekenkramen in een entourage van moderne gebouwen. Zou de geleidelijke teloorgang van dit evenement daarmee samenhangen? De boekenmarkt – ik hoorde het van veel standhouders – is aan een impuls toe om niet verder weg te glijden. Iets dat waarschijnlijk ook geldt voor de Kerstmarkt, Kunstrondje Dordt en alles wat met antiek, curiosa en antiquariaten te maken heeft. Maar Dordt focust er op om “uitstallingen” bij winkels te reguleren. Die zijn juist vaak sfeerverhogend in die smalle historische straatjes.
Mijn idee is dat een bloeiend historisch centrum en een goed ontwikkeld gebied rond de Spuiboulevard – inderdaad met horeca en “zweefterrassen” boven het water – dat dertien-in-een-dozijn winkelgebied dat er tussen in ligt op zal krikken. De sleutel tot een aantrekkelijker binnenstad ligt wat mij betreft rondom de Kalkhaven en de Spuiboulevard. Ieder met een eigen “smoel”. Zoals ik al eerder zei, past in dat plaatje dat er aan de Spuiboulevard geen saaie blokkendoos wordt gebouwd door Van Pelt, maar een slank en fraai ontworpen gebouw, dat van mij ook veertig of vijtig metet hoog mag zijn, omdat de aanblik vanaf het Beverwijckplein dan gewoonweg een lust voor het oog is.