Duurzaam? versus Duurzaam!
In deze rubriek wijdde ondergetekende namens onze geofiele stichting Telluris onlangs een blog aan het omstreden ontwerp bestemmingsplan Dordtse Kil IV. In die notitie werd dezerzijds andermaal ontraden het plan goed te keuren en uit te voeren. Niet in de laatste plaats vanwege de gevolgen die dat zou hebben voor de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Dordrecht als vertoefmilieu.
Intussen heeft de onvrede over de beoogde ontwikkelingen er toe geleid dat Milieudefensie Drechtsteden en een actiegroep zich daartegen zijn gaan verzetten. Daarbij kregen inmiddels allerlei aspecten van de problematiek aandacht. Mede daardoor leek het ons zinvol de omstreden ontwikkelingen nog eens te onderwerpen aan een nadere analyse.
Al jarenlang genereren allerlei in het Dordtse polderlandschap beoogde ontwikkelingen onlustgevoelens. Onze stichting werd er de afgelopen decennia dan ook geregeld over benaderd.
Gebleken is dat vooral een verdere vernatting en bebouwing van het buitengebied niet op prijs worden gesteld. Voor politieke partijen werd het daardoor electoraal opportuun te beloven dat ze een acceptabeler omgang met het Dordtse polderland zouden nastreven.
Onder meer de locale partij Beter voor Dordt dacht er haar voordeel mee te kunnen doen. Wat ook het geval bleek. En waarschijnlijk substantieel bijdroeg aan de eclatante overwinning die ze behaalde bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2010.
Dat stembussucces genereerde ook een ruime vertegenwoordiging van de partij in het dagelijks bestuur van de gemeente. Het werd daardoor goed mogelijk maatschappelijk acceptabelere plannen voor het polderlandschap te bevorderen. Daar kwam echter weinig van terecht. Voorzover nog omstreden plannen en planonderdelen werden geschrapt hield dat vooral verband met de noodzaak te bezuinigen en de zowel overschatte als veranderende mogelijkheden van de markt.
Intussen zouden hydrofiele natuurfreaks trouwens met succes kunnen blijven streven naar de creatie van een robuuste natte ecologische verbindingszone. En degenen die het uitgeven van nieuwe bedrijventerreinen als dé oplossing zien van sociaaleconomische problemen een dominante invloed op de ruimtelijke ontwikkelingen weten te behouden.
Een maatschappelijk verantwoord omgevingsbeleid is echter een multidisciplinaire aangelegenheid die vaak juist totaal anders benaderd moet worden. Het laatste is zeker ook het geval op het dichtbevolkte Eiland van Dordrecht. Niet in de laatste plaats omdat daar de gezondheids- en inspiratiewaarden van de leefomgeving steeds meer door onze bestuurders worden bedreigd. En de er beoogde bedrijfsontwikkeling (even) buiten de Drechtstreek op een planologisch acceptabeler wijze kan worden geregeld.
Leefbaarheid en een goede ruimtelijke ordening lijken door de huidige Dordtse beleidsmakers dus niet belangrijk te worden gevonden. Bovendien ervaren ze een alsnog erkennen ervan hoogstwaarschijnlijk als een ernstige bedreiging van hun prestige en carrière. Niet in de laatste plaats wanneer ze al veel hebben geïnvesteerd in de voorbereiding en uitvoering van de plannen. Voorzover de omstreden bestemmingsplannen nog niet onherroepelijk waren was dat immers erg riskant en dus roekeloos.
Veel bestuurders menen echter dat ze hun medewerkers, de samenleving en gemeenteraden gemakkelijk via hun (dan onvolledige en/of onjuiste) voorlichting of op andere wijze kunnen beïnvloeden. En gemeenteraden vaak terughoudend zijn in het bekritiseren van hun wethouders. Zeker als grote bedragen zouden moeten worden afgeboekt. Of het goedkeuren van omstreden bestemmingsplannen electoraal niet van grote invloed lijkt te zullen zijn.
Een daarom toch maar akkoord gaan met zulke bestemmingsplannen kan echter grotere financiële debacles genereren. De uitvoering van een crisis- en herstelwet bestemmingsplan als Dordtse Kil IV kan dan verworden tot een “herstelcrisisproject”.
De gemeente tracht de maatschappelijke acceptatie van de beoogde logistieke functies te bevorderen door ze te koppelen aan voorwaarden ter bevordering van de duurzaamheid.
Het is echter de vraag of dat haalbaar is, omdat veel logistieke bedrijven zo weinig mogelijk in hun onderkomens zullen willen investeren. Niet in de laatste plaats vanwege de reële kans dat het spoedig opportuun zou zijn naar elders te verhuizen.
Voor onze stichting is het ook geen optie het geplande bedrijventerrein ondanks de onzekere uitgeefbaarheid ervan toch reeds geheel of gedeeltelijk geschikt te maken voor eventuele bedrijfsvestigingen. Ook wanneer het voor eventuele bedrijfsvestigingen zijn te verwachten tijdelijk als zonneakker zou worden geëxploiteerd. In dat geval zal het polderland van het plangebied toch van zijn huidige agrarische, informatieve en (potentiële) belevingswaarden worden beroofd. Duurzame landschapswaarden vallen dan duurzaam ten prooi aan onverschillige en onbekwame bestuurders.
